CD-recensie

 

© Aart van der Wal, juli 2012

 

 

Debussy: Préludes Boek I en II - Prélude à l'après-midi d'un faune (versie voor twee piano's)

Debussy/Ravel: Trois Nocturnes (versie voor twee piano's)

Alexei Lubimov en Alexei Zuev (piano)

ECM New Series 2241/42 476 4735 (2 cd's)

Opname: april 2011, Sint-Pieterskerk, Leut (B)

www.ecmrecords.nl


Op zoek naar de verloren klank, dat is wat de Russische pianist Alexei Lubimov (1944) al jaren bezighoudt. Hij behoort niet tot het nog steeds groeiende legertje musici dat de 'historiserende uitvoeringspraktijk' als de belangrijkste drijfveer beschouwt, maar hij onderzoekt én beproeft daarentegen veel liever de verschillende klankkleuren die karakteristiek zijn voor een bepaald instrument. Het volstrekt eigen karakter ervan, daar gaat het hem om. Tijdens zijn zoektochten stuitte hij op een Steinway uit 1913, die ergens in een zaaltje in de Poolse ambassade in Brussel bijna op hem stond te wachten. Als een schone slaapster die uit haar slaap moest worden gewekt. Dat kan ook worden gezegd van de Bechstein uit 1925, het Duitse pianomerk dat Debussy goed heeft gekend: in zijn werkkamer stond een Bechstein-piano (in zijn salon stond een vleugel van de in Leipzig gevestigde firma Blüthner). Net als de strijd tussen Duitse en Franse componisten was er ook zo'n strijd tussen Duitse en Franse piano's (met name Érard en Pleyel): de zwaardere, volumineuzere Duitse tegenover de lichtere Franse instrumenten.
Lubimov en Zuev (1982) ging het in dit geval niet om echt authentieke vleugels uit de tijd van Debussy, maar om de riante variëteit aan klankkleuren die in Debussy's pianomuziek besloten ligt en die zij met behulp van die twee oude vleugels als het ware te lijf wilden gaan.

Het Eerste Boek van de Préludes ontstond in 1909/10 en Lubimov koos voor de uitvoering ervan voor de Bechstein. Het Tweede Boek, uit 1911/12, daarentegen speelde hij op de Steinway. Wat mij betreft een uiterst geslaagd 'experiment': de verschillen tussen de beide instrumenten zijn groot, waardoor de toch al bestaande contrasten tussen de beide boeken nog verder worden vergroot. Interessant zijn ook de Prélude à l'après-midi d'un faune in Debussy's eigen versie voor twee piano's (1896) en de Trois Nocturnes in de versie voor eveneens twee piano's van Maurice Ravel (1909). Aardig daarbij is dat Lubimov en Zuev elkaar op de beide instrumenten afwisselen.

Maar het belangrijkste zou ik bijna vergeten: Lubimov en Zuev mogen zich tot de belangrijkste en beste Debussy-vertolkers van deze tijd rekenen, zo rijk geschakeerd is hun spel en met zoveel pianistiek elan dat het een voortdurend feest is om ernaar te luisteren, mede dankzij de sublieme opname. Het dikke cd-boekje past nauwelijks tussen de lipjes: het kan er zonder schade niet tussenuit gefriemeld worden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links