|
CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2016
|
F.X. Mozart: Pianoconcert nr. 1 in C, op. 14 - nr. 2 in Es, op. 25
Clementi: Pianoconcert in C
Howard Shelley (piano), Sinfonieorchester St. Gallen o.l.v. de solist
Hyperion CDA68126 • 72' •
Opname: februari 2015, Tonhalle, St. Gallen
| |
|
Constanze Mozart had hoge verwachtingen van haar zoon Franz Xaver (1791-1844): hij was amper twee jaar oud toen zijn moeder hem als Wolfgang Amadé II introduceerde, blijkbaar als gedachte opvolger van zijn vader Wolfgang Amadeus, die hem overigens slechts vier maanden zou overleven: Franz Xaver werd in Wenen geboren op 26 juli als het laatste kind van de Mozarts, Wolfgang Amadeus stierf daar op 5 december. Wat zal hij van dit kind nog hebben meegekregen?
Franz Xaver Mozart
Het was niet Wenen waar Franz Xaver zijn jeugd doorbracht. Het werd Praag waar hij werd toevertrouwd aan Franz Xaver Niemetschek (dat ze beiden dezelfde voornaam deelden was niet meer dan een toevalligheid: de naam Franz Xaver kwam in die tijd in zowel Oostenrijk als Tsjechië veel voor), die later naam zou gaan maken als professor in de wijsbegeerte. De band tussen Niemetschek en Constanze was hartelijk. Het zegt ook iets over het vertrouwen van Constanze in de pedagogische kwaliteiten van Niemetschek. Hij was het die in 1798 de eerste Mozart-biografie het licht deed zien. De bemiddelde voogd zorgde er ook voor dat de jonge telg zo breed mogelijk onderwijs kon genieten, waartoe ook de muzieklessen behoorden; en niet bij de minsten: Vogel, Salieri en Hummel leerden hem de tucht van het musiceren en componeren, wat al in 1802 een eerste heuse compositie opleverde: een pianokwartet dat als zijn opus 1 de annalen is ingegaan en dat al duidelijk blijkt geeft van compositorisch talent. Ook als musicus ontwikkelde Franz Xaver zich snel, hij werd zeker als pianist in vooraanstaande muzikale kringen bijzonder gewaardeerd, al moest hij zich zeker in vergelijking met zijn vader desondanks tevreden stellen met een plaats in de muzikale achterhoede.
Maar wie het stof der eeuwen afschudt en objectief luistert naar Franz Xavers twee pianoconcerten moet toch wel tot de conclusie komen dat zijn muziek meer is dan slechts knap handwerk; al zijn niemand kunnen ontkennen dat het tevens muziek is die per saldo niet meer verdient dan in de periferie te zijn en te blijven. De beide concerten, gecomponeerd in 1809 en 1818, klinken bevallig en knap geconstrueerd met zeker ook donkere ondertonen, zoals ze ook in zekere zin lonken naar de Weense concerten van Wolfgang Amadeus, maar ze missen diens originaliteit, sprankeling en aaneenschakeling van geniale invallen.
Clementi
Een soortgelijk beeld dringt zich op bij Pianoconcert in C van Muzio Clementi (1752-1832), een tijdgenoot van Franz Xaver Mozart. De Italiaan is vooral bekend geworden door zijn études waarvan menige ondankbare pianostudent kramp in de vingers zal hebben gekregen. Ik kreeg ze zelf in de jaren zestig als het non plus ultra op dit gebied voorgeschoteld, studeerde ze manmoedig in maar vond de muzikale kwaliteit ervan maar zozo, een oordeel dat in de loop der tijd niet wezenlijk is veranderd. Een uitzondering vormden zijn bekende zes echt muzikanteske sonatines op. 36 van een niet al te grote moeilijkheidsgraad. Zijn omvangrijke piano-oeuvre blijkt in het algemeen echter voor de meeste leerlingen een hele kluif, zo niet een onneembare vesting. In zijn recensie van een aantal sonates van Clementi uitgevoerd door Jos van Immerseel schreef collega Siebe Riedstra dat Mozart niets toevoegde aan de ontwikkeling van het pianospel; Clementi daarentegen deed dat wel, en de parallelle tertsenloopjes waarin hij exelleerde werden door Mozart afgedaan als kunstjes. Zus Nannerl kreeg de waarschuwing om die nieuwigheden van Clementi te vermijden - 'ze zijn slecht voor je delicate polsjes' (klik hier voor de complete recensie).
Dat het pianoconcert van Clementi op deze cd een plaatsje heeft gekregen is niet zozeer opmerkelijk als wel enigszins saillant, want het was niemand minder dan Wolfgang Amadeus die niet bepaald hoog opgaf van de compositorische kwaliteiten van Clementi. Als pianist lag dat bepaald anders, zoals bijvoorbeeld bleek uit de competitie tussen hen beiden in aanwezigheid van de Oostenrijkse keizer. Aan het hof werd door beiden danig geïmproviseerd op gegeven thema's, ze deden hun best elkaar voortdurend de loef af te steken, maar naar verluidt eindigde deze 'wedstrijd' uiteindelijk toch onbeslist. Dat zegt zowel iets over Mozart als over Clementi. Beethoven daarentegen had wel degelijk waardering voor het compositorische talent van zijn Italiaanse tijdgenoot. Clementi moet omgekeerd voor met name Beethovens pianowerken grote waardering hebben gehad, want hoewel daaruit niet letterlijk wordt geciteerd heeft hij later wel degelijk Beethovens pianostijl in zijn sonates een eigen wending gegeven. Maar ook het langzame deel uit het Pianoconcert in C, gecomponeerd in 1796, is al idiomatisch verwant aan Beethovens Eerste Pianoconcert (eveneens in C-groot) uit hetzelfde jaar. Waarbij ik in het midden moet laten wie in dit geval naar wie heeft gekeken!
Wat voor de pianoconcerten van Franz Xaver Mozart geldt, geldt tevens voor dat van Muzio Clementi: ze zijn goed geschreven, maar bieden niet meer dan wat zoveel perifere componisten (denk bijvoorbeeld aan Dusek en Hummel) in die tijd aan het notenpapier toevertrouwden. Iets vriendelijker: het is muziek die te groot is voor het tafellaken en te klein voor het servet. Aan de uitvoeringen ligt het niet: Howard Shelley, gepokt en gemazeld in ook dit repertoire, toont zich van zijn meest geïnspireerde kant en het door hem aangevuurde symfonieorkest in Sankt-Gallen geeft hem uistekend partij. De opname is om door een ringetje te halen.
|
|