CD-recensie

 

© Aart van der Wal, november 2016

 

Chopin: Mazurka's nr. 1, 10-17, 19, 22, 24, 26, 30-32, 34, 35, 37, 38, 47

Pavel Kolesnikov (piano)

Hyperion CDA68137 • 70' •

Opname: augustus 2015, Concert Hall, Wyastone Estate, Monmouth (VK)

 

Bij Frédéric Chopin (1810-1849) gaat de muziek over de muziek. Niet over het zelf gecreëerde beeld van de kunstenaar. Dus ook geen heldenlevens (Richard Strauss) en geen 'histoire de ma vie' ( Berlioz). Het moet Stravinsky als muziek in de oren hebben geklonken, want hij verafschuwde muziek die over iets anders ging dan de muziek zelf.
Dat diezelfde muziek is doordesemd van haar Poolse herkomst staat buiten kijf, maar ook dan blijft zij wat zij van oorsprong altijd is geweest en zal zijn: pure muziek. Geen heldhaftige of romantisch getinte vergezichten, geen bekentenissen, geen levensschetsen, niets van dat al. Chopin gebruikte voor zijn exploraties al lang beproefde modellen zoals de étude, de prélude, de polonaise, de sonate, de wals, de mazurka, het soloconcert. Zo op het oog dus niets buitenissigs, al verkende hij wel in zijn muziek de technische mogelijkheden van de piano, zelfs tot aan de uiterste grens. Hij componeerde niet gemakkelijk, kon dagen met slechts een paar noten in de weer zijn, maar wie niet beter weet zou denken dat zijn muziek als één grote improvisatie op papier is gezet, het notenbeeld als weerspiegeling van wat hem spontaan inviel.

De Ländlers van Schubert, de Hongaarse rapsodieën van Liszt, de Mazurka's van Chopin, de Hongaarse dansen van Brahms, de Boerendansen van Barók. Zomaar wat voorbeelden van in de kunstmuziek voortlevende muzikale folklore.
De mazurka is van oorsprong een Poolse dans in driekwartsmaat met een gepunteerd ritme, in een tempo dat ligt tussen polonaise en wals. Arthur Rubinstein en Alfred Cortot hebben ons al vele decennia geleden geleerd hoezeer het op de ritmiek aankomt. Men kan fraseren als om door een ringetje te halen, het haalt weinig uit als de ritmiek niet klopt. Maar er is nog meer nodig, zoals een intuïtief gevoel voor muzikale timing, want wie zou willen luisteren naar een mechanisch uitgevoerde mazurka? Misschien even, maar de lol is er dan algauw vanaf. Zeker, de basisingrediënten van de mazurka zijn relatief simpel, zowel de Poolse dansvorm als wat Chopin ervan maakte in de vorm van pure kunstmuziek. Wie echter verder kijkt beseft dat de noten moeten spreken, spanningen moeten worden opgebouwd en modulaties niet alleen op het moment suprème allesbepalend zijn maar ook naar een verder weg liggend doel moeten wijzen. Toonkleuren die binnen het door de componist uitgezette parcours daadwerkelijk verschuiven, die wisselende panorama's opleveren, al betreft het miniaturen (de tijdsduur van Chopins Mazurka's varieert van ruim een minuut tot ruim vijf minuten). Wie alleen maar uit is op zelfgenoegzame klankschoonheid als hoogste doel valt in de valkuil van slappe maatvoering. Wie het zwaartepunt al te zeer legt bij een geprononceerde ritmiek (natuurlijk met extra nadruk op de tweede tel, want anders houdt de mazurka prompt op te bestaan) doet de expressie tekort. Het lijkt misschien op een spagaat, een uiterst lastige keus tussen het een of het ander, maar het is allesbehalve dat: de genoemde elementen behoren gezamenlijk op te trekken, waarbij het aan de pianist is om het karakter ervan op zijn manier te boetseren, te profileren. Ik ken geen pianist van de huidige generatie die dat beter heeft begrepen en die dat beter kan dan Pavel Kolesnikov (Novosibirsk, 1989). Je bent pas 27, je bent Rus, je komt weliswaar uit de derde stad van het land maar die ligt wel in het verre Siberië en je zet toch maar een Chopin neer om van Parijs tot New York, van Londen tot Toronto, van Tokio tot Oslo van te watertanden. Kan dat wel? Ja, dat kan. Het bewijs ligt voor me. Kolesnikov doet precies dat wat de mazurka van Chopin tot een mazurka van Chopin maakt, terwijl de synergie uit zijn verbeeldingsvolle, fantasierijke aanpak komt. Voor mij is hij de perfecte pendant van Rubinstein en technisch is hij Cortot met gemak de baas. Let wel, pendant, want van imitatie is geen enkele sprake. Kolesnikov is en blijft Kolesnikov, 24 mazurka's lang. Gekozen werd voor een zo op het oog willekeurige volgorde, maar er is wel degelijk goed over nagedacht: wie een vergelijking maakt tussen de chronologische volgorde en die van Kolesnikov ontdekt al snel de meerwaarde van de contrastwerking die de pianist op deze manier bereikt (terwijl hij die niet zelf uit de mouw hoeft te toveren). Hyperion zorgde voor een schitterende opname. Ik denk dat de afrondende conclusie moet zijn dat het wel anders, maar niet beter kan. Kolesnikov heeft 24 uiterst belangrijke piketpaaltjes in de muzikale grond geslagen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links