CD-recensie

 

© Aart van der Wal, oktober 2010

 
   

Buxtehude - Opera Omnia XII

Kamermuziek - deel 1

Sonate in C voor twee violen, viola da gamba en basso continuo BuxWV 266 - Sonate in a voor viool, viola da gamba en b.c. BuxWV 272 - Sonate in D voor viola da gamba, violone en b.c. BuxWV 267 - Sonate (met Suite) in Bes voor viool, viola da gamba en b.c. BuxWV 273 - Sonate in d voor viool, viola da gamba en b.c. BuxWV Anh. 5 - Sonate in G voor twee violen, viola da gamba en b.c. BuxWV 271 - Sonate in D voor viola da gamba en b.c. BuxWV 268 - Sonate in F voor twee violen, viola da gamba en b.c. BuxWV 269.

Catherine Manson en David Rabinovich (viool), Jonathan Manson (viola da gamba), Ton Koopman (klavecimbel en orgel), Mike Fentross (luit), Christine Sticher (violone).

Challenge Classics CC72251• 59' •

www.challenge.nl


In zijn inleiding merkt Ton Koopman op dat de kamermuziek van Dieterich Buxtehude niet tot het meest gespeelde repertoire van de zeventiende eeuw behoorde, maar dat ondanks dat een deel daarvan de mooiste voorbeelden bevat van de 'stylus phantasticus', de improviserende stijl, met veel virtuose soli voor uitstekende vertolkers, voor creatieve geesten. Daarnaast is er een belangrijke rol weggelegd voor het basso continu: de luitist, de klavecinist en/of de organist mogen zich individueel of gezamenlijk uitleven in improvisaties om de muziek in zo optimaal mogelijke vorm te presenteren. Tegelijkertijd steekt Koopman ons een hart onder de riem: deze ingenieuze werken zijn het waard om dikwijls beluisterd te worden! En wie naar dit fantastische spel luistert zal dat zeker kunnen beamen, want deze zes musici, in dit geval zes gelijkgestemde zielen, halen werkelijk alles uit de kast om deze schitterende muziek van Buxtehude alle denkbare recht te doen.

Het valt nauwelijks voor te stellen dat deze technisch uiterst lastige maar zeer knap geschreven stukken wortelen in een tijdperk dat de ensemblesonate nog in de kinderschoenen stond. Rond de tijd van hun publicatie, in 1694, waren er in het Duitse taalgebied niet of nauwelijks voorbeelden voorhanden, met uitzondering van de zes sonates van Buxtehudes collega en vriend Johann Adam Reinken, die in 1688 in Hamburg onder de titel Hortus musicus waren gepubliceerd. Evenals de stukken van Reinken waren die van Buxtehude geënt op Italiaanse voorbeelden en in het bijzonder de sonates van de Venetiaanse componist Giovanni Legrenzi (1626-1690), die ook in Noord-Europa circuleerden. Dan was er nog een van de grootste violisten van zijn tijd, Giovanni Battista Fontana (ca. 1571-ca. 1630), die de viooltechniek met zijn in 1641 postuum verschenen Stylus phantasticus naar een hoger plan tilde.

De historische dwarsverbanden en kruisbestuivingen verder daargelaten worden we in dit gevarieerde programma (Koopman en de zijnen hebben voor een goede afwisseling gezorgd) getrakteerd op niet alleen fantasierijk gecomponeerde kamermuziek maar ook nog op vertolkingen die een enorm gezag uitstralen en waarin het muzikanteske speelplezier voorop staat. Spel en tegenspel in dialoogvorm, daar draait het hier om. Dit is muzikaal zo goed gedaan en er wordt zo aanstekelijk muziek gemaakt dat het uur zo omvliegt. De door Adriaan Verstijnen gemaakte opname in de o zo vertrouwde Waalse Kerk is uiteraard om door een ringetje te halen. Het kan niet op met deze Buxtehude-reeks!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links