CD-recensie

 

© Aart van der Wal, mei 2021

Buxtehude: Membra Jesu nostri BuxWv 75 - Muß der Tod denn auch entbinden BuxWV 76 nr. 2 - Mit Fried und Freud ich fahr dahin BuxWV 76 nr. 1 - Herzlich lieb hab ich dich, o Herr BuxWV 41

Schütz: Erbarm dich mein, o Herre Gott SWV 447 - Da Jesus an dem Kreuz stund SWV 478

Dijkman: Lamentum eller En Sorge-Music

Ensemble Correspondances o.l.v. Sébastian Daucé
Harmonia Mundi HMM 902350.51 • 2.03' • (2 cd's)
Opname: aug.-sept. 2020, Abbaye aux Dames, Saintes (F)

   

Dit is om meerdere redenen een interessante uitgave. Dat begint bij Membra Jesu nostri van Diet(e)rich Buxtehude (ca. 1637-1707), waarvan de hier gebruikte editie afwijkt van zoals we het werk in de diverse uitvoeringen kennen. De verschillende partijen uit de bekende, in het Zweedse Uppsala bewaarde, Düben-collectie zijn weliswaar rechtstreeks gerelateerd aan Buxtehudes eigen tabulatuur, maar toch zijn er afwijkingen ten opzichte van het origineel te registreren. Zo is er in drie van de in totaal zeven cantates een altvioolpartij toegevoegd en spelen gamba en violone niet consequent samen met het continuo of de violen. Misschien nog belangrijker wordt in Dübens editie van de vocale partijen een duidelijk onderscheid gemaakt tussen soli en ripieni, met name in de vierde cantate (de tabulatuur bevat slechts vijf partijen zonder verdere aanduiding). Het lijkt er daardoor minstens sterk op te wijzen dat in de eerste uitvoering in de Zweedse hofkapel rond 1680 onder leiding van Düben sprake is geweest van meer dan vijf zangers.

Voor dirigent Sébastian Daucé waren dit belangrijke vertrekpunten voor zijn interpretatie, in het boekje daarbij tevens opmerkend dat ze aanvullend inzicht geven hoe de uitvoerenden zich deze muziek in die tijd eigen hebben gemaakt. Immers, Düben was een alom gerespecteerde vertolker die bovendien door de componist op handen werd gedragen. Het kan daarom bijna niet anders dan dat de door Düben ingevoerd en nauwkeurig vastgelegde wijzigingen Buxtehudes instemming moeten hebben gehad. Waarom Düben die stap heeft gezet weten we niet, maar de veronderstelling ligt voor de hand dat de beschikbare zangers en musici voor hem het uitgangspunt voor zijn uiteindelijke keuze vormden.

De tweede cd kent een even fraai geslaagd vervolg met twee korte werken van Buxtehude: het klaaglied ‘Muß der Tod denn auch entbinden' en ‘Mit Fried und Freud ich fahre dahin', beide gewijd aan de vredige en vreugdevolle hemelvaart van de oude diepgelovige Simeon. Ook het meer uitvoerige slotlied op dit album, 'Herzlich lieb hab ich dich, o Herr' laat niet na diepe indruk te maken.

Evenals Buxtehude, Telemann, Bach en zoveel andere componisten heeft ook Heinrich Schütz (1585-1672) zich diepgaand bekommerd om het Lijdensverhaal bekommerd, getuige diens 'Sieben Wortte unsers lieben Erlösers und Seeligmachers Jesu Christi, so er am Stamm des Heil. Creutzes gesprochen'. Uiteraard zevendelig, met Introitus, Symphonia, Die Sieben Worte, nog een Symphonia en een Conclusio (slot).

Schütz hoeft verder geen introductie, maar Lüdert Dijkman (of Dykman) zal niet iedereen bekend zijn. Hij werd rond 1645 geboren in het Zweedse Hedemora en overleed in 1717 in Stockholm. De enige compositie die van zijn hand is overgeleverd is de driedelige treurmuziek ‘Lamentum eller En Sorge-Music'. Deze organist die in veel plaatsen in Zweden werkzaam was, componeerde het stuk ter gelegenheid van de begrafenis van de beide prinsen Gustav en Ulrik in 1685 in Stockholm. U vindt hier veel wetenswaardigs over hem.

Het Franse Ensemble Correspondances laat onder leiding van Sébastian Daucé opnieuw een bijzonder fraai staaltje instrumentale en vocale kunst horen, prachtig opgenomen door Alban Moraud Audio. Het rijk uitgevoerde en geïllustreerde cd-boekje is in de bekende stijl van dit prestigieuze Franse label.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links