CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2025

Brahms: Ein deutsches Requiem op. 45

Johanna Wallroth (sopraan),
Brian Mulligan (bariton), Edvard Grieg Kor, Choir of Collegium Musicum, Bergen Philharmonic Choir & Orchestra o.l.v. Edward Gardner
Chandos CHSA 5271 • 66' • (sacd)
Opname: maart 2024, Grieghallen, Bergen (N)

 

Edward Gardner hanteert relatief vlotte tempi, wat zijn interpretatie alleen al behoorlijk doet afwijken van die van de oude(re) generatie, een ontwikkeling die vooral in gang is gezet door John Eliot Gardiner (in 65 minuten uit en thuis). Al mogen we zeker een illustere voorganger op dit punt niet uitvlakken: Otto Klemperer, die na niet 69 minuten het boek sloot, toen zo'n drie minuten langer dan Gardner nu. Het kan overigens nóg korter: Kurt Masur houdt volgens mij nog steeds het record van 60 minuten, wat er overigens wel toe heeft bijgedragen dat zijn lezing maar beter snel wordt vergeten.

Er is echter één aspect waarin Klemperer wel en Gardner niet uitblinkt: dat van de het creëren én vasthouden van spanningsbogen. En wat is Brahms' onvolprezen Requiem eigenlijk zónder die spanning? Gardner die hier géén spanning biedt, hoe is dat toch mogelijk? Maar hij komt niet verder dan een doorsnee uitvoering waarvan er al een groot aantal in de catalogus vertegenwoordigd zijn.

De solisten varen nauwelijks beter, maar er komt bij de bariton nog een vervelende eigenschap bij: in de hoge noten voelt hij zich duidelijk minder op zijn gemak, een euvel dat de sopraan weliswaar niet aankleeft, maar haar geprononceerde vibrato zal zeker niet ieders 'cup of tea' zijn. De mijne in ieder geval niet.

Voor deze uitvoering moesten er maar liefst drie koren aan te pas komen (het eigen Bergen-koor was blijkbaar niet genoeg), maar gezegd moet worden dat ze een uitstekende prestatie leveren, ook in de meest lastige passages, zoals in ‘Denn alles Fleisch es ist wie Gras', met zijn complexe ritmische patronen en de sterk contrasterende dynamiek, en dat alleen al daarom grote precisie vereist. En dan moet de grootste hindernis nog komen: de kolossale fuga in het derde deel.

De opname is een juweel: gloedvol, fraai uitgebalanceerd en met de nodige 'punch'. Maar het is niet meer dan een pleister op de artistieke wonde die Gardner op zijn conto heeft weten te schrijven.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links