CD-recensie
© Aart van der Wal, februari 2021
|
Bijna drie jaar geleden besprak collega Siebe Riedstra Brahms' Tweede pianoconcert (de recensie vindt u hier) door Joseph Moog en de door Nicholas Milton geleide Deutsche Radio Philharmonie. Zijn conclusie: Brahms werd gepresenteerd als een jonge vent die plezier beleeft aan zijn eigen virtuositeit. In het Eerste pianoconcert worden de kaarten iets anders geschud, wat overigens ook moeilijk anders kan, want behoudens in het Rondo is Brahms tamelijk zwaar op de hand en is lichtvoetigheid nu niet bepaald een eigenschap die dit – overigens meesterlijke – werk aankleeft. Wat daarbij zeker mede een rol speelt is de hier en daar nogal ‘vet' uitgevallen instrumentatie die mede van invloed is op de donkere kleurstelling die het opus kenmerkt. Maar het is verder uiteraard aan de solist en het orkest welke invulling zij er uiteindelijk aan geven. Brahms komt in dit concert weliswaar naar voren als een (ogenschijnlijk!) wat oudere man, maar gelukkig weten zowel Moog als Milton en natuurlijk het fenomenaal spelende orkest toch een zekere mate van lichtheid (al zou je dat met die donderende paukenslagen aan het begin zeker niet bevroeden) aan het geheel mee te geven zonder dat de symfonische proporties verloren dreigen te gaan (het openingsdeel behoort tot een van de langste in het concertorepertoire). Het levert alles bijeen genomen een zeer geslaagd evenwicht op met een lichtere toets dan we bij bijvoorbeeld Curzon/Szell (Decca), Gilels/Jochum (DG) en Hough/Wigglesworth (Hyperion) aantreffen. Voor een dergelijke opvatting is zeker (nog) ruimte. Er schuilt bovendien zoveel overtuigingskracht achter dat het zonder meer veel indruk maakt. De aanvulling, de vier ‘Klavierstücke' op. 119 (met op. 15 een beproefde combinatie), zijn bij Moog eveneens in de beste handen. Ook hier zijn articulatie en fraseringen tiptop in orde, laat de pianist de muziek echt voor zich spreken en maakt veel indruk dankzij de fraai opbloeiende lyriek. De Steinway D en het orkest komen fraai gewelfd uit de luidsprekers. Dat brengt mij tot de voor de hand liggende slotconclusie dat dit album dat de verstokte Brahms-liefhebber nog tot verfrissende inzichten zou kunnen brengen. index |
|