CD-recensie
© Aart van der Wal, november 2013
|
Een fraai recital, de beide partners in dramatisch expressief opzicht volkomen aan elkaar gelijkwaardig, al was het incidenteel Antonio Meneses die in Schuberts Cellosonate die een (nog) groter expressief stempel op het werk drukt. Meneses' cello 'zingt' dat het een lieve lust heeft, Pires' pianistieke poëzie is onvergelijkbaar, met als resultaat twee kunstenaars die het grote 'verhaal' dat Schubert rond deze sonate heeft gedrapeerd, vertellen. Een soortgelijk beeld in Mendelssohns Lied ohne Worte, waarin een lyrisch panorama werd opgetrokken, waarna de 'Grand Lady of the Piano' het rijk voor zich alleen had in Brahms' drie Intermezzi op. 117 (drie wonderschone Andantes, waarvan het eerste nota bene in het manhaftige Es-groot, het tweede in helder Bes-groot en het derde in het donker gekleurde cis-klein). Enige kleine oneffenheden daargelaten etaleerde zij een schitterende Brahms. Van dezelfde componist de broeierige Eerste cellosonate, waarvan meteen al de van melancholie overstromende inleiding de gepassioneerde toon voor het vervolg zette, met fraaie spanningsbogen, maar ook een lichte toets in het Allegretto (het werk heeft geen langzaam deel), en een in een wervelend Più Presto eindigende, furieuze finale.. Een tot in de kleinste details op elkaar ingespeeld duo wiens spel mij deed denken aan wat Beethoven eens zei: dat muziek op een hoger plan staat dan filosofie. De technici hebben er een mooie registratie van gemaakt. index |
|