CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2004 |
Brahms: Altvioolsonate in f, op. 120 nr. 1 - in Es op. 120 nr. 2 - Twee liederen voor alt, altviool en piano op. 91. Marilyn Horne (alt), Pinchas Zukerman (altviool), Marc Neikrug en Martin Katz (piano). RCA 09026 61276-2 • 57' • De oorspronkelijk voor klarinet en piano geschreven beide sonates op. 120 werden door Brahms voor altviool en piano omgewerkt en hoe! Iedere noot is doortrokken van Brahms' grote liefde voor dit donkere instrument en wie anders dan de altviool kan het bijna smeltende pathos dat in deze muziek zo rijk voor handen is, beter tot uitdrukking brengen? Zukerman weet dit op de juiste waarde te schatten. Hij en Neikrug plaatsen de beide kamermuziekwerken in de hoogste categorie: gepassioneerd, maar ook mediterend, weerbarstig en intiem, met ronduit schitterende klankkleuren, van verstilde pianissimi tot de uitbundigste klankexplosies. En beiden bezitten grote affiniteit met die bijna onmerkbare rubati, die Brahms' muziek zowel de onontbeerlijke stuwkracht als zinderende spanning geven. Er wordt vooral in het openingsdeel van de sonate in f aan dynamische schakeringen alles uit de kast gehaald, zonder dat de aan deze composities inherente warme gloed naar de achtergrond schuift of de verticale klank dicht dreigt te lopen. Gelukkig is er is naast de benodigde spankracht ook oog voor de bijzondere, poëtische en resignerende kanten van deze rijpe werken. Horne vind ik een zwaar overschatte alt, die ook in dit repertoire niet goed de weg weet. Haar sterke vibrato is in de meer esoterische gedeelten ronduit storend en bovendien geeft ze blijk van een uiterst beperkt dynamisch reservoir. De geknepen, hoge noten en de beperking om lange frases door te trekken, doen afbreuk aan de essentiële, lange spanningsbogen. Op het spel van Katz valt niets aan te merken. De hoofdmoot op deze cd is de aanschaf echter dubbel en dwars waard. De beide liederen met een totale tijdsduur van slechts 12 minuten leggen dan echt geen gewicht in de schaal. index |