CD-recensie

 

© Aart van der Wal, maart 2004


Brahms: Die schöne Magelone op. 33.

Brigitte Fassbaender (alt en vertelster), Elisabeth Leonskaja (piano).

Teldec 4509-90854-2 • 78' •


Fassbaender trekt in dit uit 1791 stammende en nogal warrige dichtwerk van Ludwig Tieck alle technische en muzikale registers open. En dat is niet weinig, zoals al blijkt uit Traun! Bogen und Pfeil: in het fortissimo brengt zij even gemakkelijk nuances en kleuren aan als in het mezzo-piano. De technische beheersing van haar vocale middelen leidt nooit tot schreeuwige uithalen en dat komt vooral doordat zij binnen een niet overdreven groot bereik trede na trede de dynamische ladder beklimt en feilloos aanvoelt op welke hoogte het interpretatieve panorama maximaal tot gelding komt. In de heftige passages wordt het cantabile niet veronachtzaamd en zijn afwisseling en kleur ondeelbare metgezellen. Lastige intervallen en uitbundige chromatiek (Wie soll ich die Freude) staan haar als op het lijf geschreven, maar ook het subliem ingehouden Ruhe, Süssliebchen maakt een onvergetelijke indruk. Leonskaja levert een knap staaltje aan interpretatief en technisch meesterschap af. De dalende, van treurnis vervulde toonladderfiguur in Muss es eine Trennung geben biedt tegelijkertijd berusting, terwijl in het aan Schumann herinnerende, zeer syncopische So tönet dann schäumende Wellen de fraaiste klankkleuren aan het instrument worden ontlokt. De korte begeleidingsmotieven in Geliebter, wo zaudert worden door haar in kwikzilver gedompeld, met een groot scala aan gradaties.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links