CD-recensie

 

© Aart van der Wal, augustus 2025

Gilles Binchois (ca. 1400-1460) - Loyal Souvenir - Sacred Works, Chansons, Intabulations

Klik hier voor het inhoudsoverzicht

Le Miroir de la Musique o.l.v. Baptiste Romain
Ricercar RIC 473 • 74' •
Opname: april 2024, Église Saint-Léger, Leymen (F)

 

Gilles de Binche werd rond het jaar 1400 geboren in de streek rond Bergen (Mons), waar zijn vader een officiële functie bekleedde aan het hof van de graven van Henegouwen. In de muziekgeschiedenis kennen we hem vooral onder de naam Binchois, een van de drie grote componisten uit de eerste helft van de vijftiende eeuw. Al had hij niet de mythische invloed van John Dunstaple, die volgens overlevering de Engelse klank naar het vasteland bracht, noch de glansrijke loopbaan van Guillaume Du Fay, had Binchois wel degelijk aanzienlijke invloed op het werk van zijn tijdgenoten.

Zijn muziek ademt een poëtische intimiteit, doordrenkt met weemoed, met vloeiende melodische lijnen en een opvallende zelfstandigheid van de bovenstem ten opzichte van de andere stemmen. Kenmerken die samen een coherente stijl vormen — een maatstaf binnen de Bourgondische muzikale traditie. Hoewel Binchois zijn hele leven in de Bourgondische Nederlanden bleef, werden zijn werken tot in Italië gekopieerd. De ruime verspreiding van zijn muziek in bronnen uit de jaren 1420 en 1430 getuigt van zijn muzikale reikwijdte.

In 1419 werd hij genoemd als organist van de Sainte-Waudrukerk in Mons. In 1423 vestigde hij zich in Rijsel (Lille), wellicht als lid van de hofhouding van William de la Pole, graaf van Suffolk. Kort daarna trad hij toe tot de hertogelijke kapel van Bourgondië. In een lijst uit 1436 stond hij op de vijfde plaats in rangorde onder de kapelleden. Volgens hofdocumenten had Binchois geen universitaire graad en was hij geen geestelijke, maar dat stond zijn benoeming tot kapelmeester niet in de weg. Evenmin verhinderde het hem prebenden te verkrijgen in onder meer Brugge, Mons, Soignies en Kassel — waarschijnlijk toegekend door hertog Filips de Goede zelf, die Binchois veel gunsten verleende. Hij behield deze beneficies tot zijn overlijden op 20 september 1460.

Artistiek leider Baptiste Romain heeft het tot in detail voor ons uitgezocht: veel van Binchois' vroege werken zijn terug te vinden in het Oxford Chansonnier (GB-Ob Canon. Misc. 213 ), een manuscript dat tussen 1428 en 1436 in Venetië werd gekopieerd en dat bijna de helft van zijn wereldlijke muziek bevat. Het manuscript - dat ook werken van andere componisten bevat, waaronder die van Du Fay en anderen uit de Bourgondische en Franco-Vlaamse traditie - bevindt zich in de Bodleian-bibliotheek van de Universiteit van Oxford.

Een bijzonder werk uit deze verzameling is Binchois' driedelige ballade 'J'ay tant de deul que nul homs peut avoir' — een stuk dat zelden wordt uitgevoerd. Het bevat niet alleen ongebruikelijke cadensstructuren, maar stelt ook notatietechnische vragen over het ritme, waarvan op deze opname één interpretatie wordt gepresenteerd. In de jaren 1420 was de ballade een vorm gereserveerd voor klaagzangen of teksten met een ernstige of feestelijke ondertoon.

Daartegenover stond het rondeau, dat met zijn cyclische vorm evolueerde richting een lichtere toon, al bleef het trouw aan de conventies van hoofse poëzie. Binchois maakte deel uit van de eerste generatie componisten bij wie het rondeau de belangrijkste vorm van wereldlijke zang was. Tegen het einde van de vijftiende eeuw zou deze vorm zelfs meer dan driekwart van het polyfone liedrepertoire uitmaken.

Het ensemble Le Miroir de la Musique maakt haar naam niet alleen volledig waar, maar maakt ons ook op superieure wijze deelgenoot van zowel deze lang vervlogen muziek als lyriek in een setting die iedere denkbare kritiek volledig doet verstommen. Van de samenstelling van het ensemble vindt u hier het overzicht.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links