CD-recensie

 

© Aart van der Wal

 

Berlioz: Les nuits d'été, op. 7 - La bella voyageuse - La captive - Le matin - La mort d'Ophélie - La belle Isabeau - Roméo et Juliette (Premiers transports que nul n'oublie).

Anne Sofie von Otter (mezzosopraan), Torleif Thedéen (cello), Cord Graben (piano), leden van The Royal Opera Chorus, Stockholm, RIAS Kammerchor, Berliner Philharmoniker o.l.v. James Levine.

DG 445823-2 • 64' •


Deze uitgave verscheen al eerder in een andere samenstelling (DG 435 860-2 en 427 665-2) en biedt de inmiddels spreekwoordelijk stralende Von Otter, allerwegen wordt bejubeld - en terecht!. Haar vertolking bezit grosso modo dezelfde kwaliteiten als die van Régine Crespin (Decca), die de standaard heeft gezet en door Ernest Ansermet in Le spectre de la rose en Au cimetière nog fijnzinniger en kleurrijker wordt begeleid dan hier door Levine. Over Graben was ik al eerder niet enthousiast: zijn spel kent te weinig nuances, is te recht-toe-recht-aan. Thedéen maakt veel goed: zijn cello zingt dat het een lieve lust is en ook de koorbijdragen mogen er zijn. Levine voelt zich in dit repertoire als een vis in het water, al was er bij de complete opname van Roméo et Juliette enige détailkritiek mogelijk. De opname is sonoor en goed doortekend. Wat wil je: de Berliner hadden de kerk in Berlijn-Dahlem tot hun beschikking en daar kan de Philharmonie ondanks alle opnametechnische en akoestische kunstgrepen (nog?) niet aan tippen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links