CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2012
|
Beethoven: 33 'Veränderungen' over een wals van Diabelli op. 120 (Diabelli-variaties) Bach: Partita nr. 4 in D, BWV 828 Stephen Kovacevich (piano) Onyx Classics 4035 • 78' • Opname: Wyastone Concert Hall, GB, juli 2008
In de bespreking van de dvd-uitgave, een registratie van het concert in Verbier in juli 2009 (klik hier), merkte ik over deze cd al op dat de enige die Stephen Kovacevich kon evenaren hijzelf was: de aloude Philips-lp van eind jaren zestig stond als huis, zowel gemeten naar uitvoering als naar klankkwaliteit. Wat (toen nog) Bishop (later Kovacevich) presteerde grensde aan het ongelooflijke: hij was naar mijn gevoel de eerste pianist die, naarmate het werk vorderde, geleidelijk aan meer en meer momentum wist in te bouwen zonder ook maar een moment de structuur van het werk daaraan op te offeren. Het bleek een wel heel bijzondere leerschool in spanningopbouw over een bijzonder lang traject. Pianisten als Wilhelm Backhaus en Daniel Barenboim warern weliswaar evenmin te versmaden, maar zij hingen hun vertolking teveel op aan overdreven expressie waardoor er - paradoxaal genoeg - te weinig diepgang overbleef en de structurele aspecten van dit grootse werk daardoor geleidelijk aan ondersneeuwden. Alfred Brendel zette ontegenzeggelijk een grootse vertolking neer, maar door de vele temposchommelingen en de soms overdreven agogiek het leek uiteindelijk meer op een ongewis avontuur. Bij Bishop bleef het avontuur én de coherentie. Die kwaliteiten hebben hem in zijn verdere leven, dat bepaald niet over rozen ging, nooit in de steek gelaten. Deze 'remake' ademt dezelfde klasse als die oude Philips, met dien verstande dat deze opname nog mooier is (ik dacht het al, toen ik Mike Clements als 'engineer' vermeld zag) en Kovacevich in met name de langzame(re) delen nog diepere voren weet te trekken. Hoe kritisch dat allemaal is bleek mij toen ik op Brava een uitvoering zag door Boris Berezovsky tijdens het een of andere pianofestival. Variatie nr. 31 (Largo, molto espressivo) speelde hij zo karikaturaal langzaam dat het leek alsof die uit een geheel ander stuk kwam en in de Diabelli als het ware was verdwaald. Overbodig te zeggen dat van dat hemelse Largo vrijwel niets meer over bleef dat nog de moeite waard was. index |