CD-recensie

 

© Aart van der Wal

 

Bartók: De wonderbaarlijke mandarijn - Divertimento - Sonate voor 2 piano's en slagwerk.

BBC Symphony Orchestra and Chorus o.l.v. Antál Dorati - Geza Frid en Luctor Ponse (piano), slagwerkers van het London Symphony Orchestra.

Mercury 434 362-2 • 77' •


We kunnen ons gelukkig prijzen dat Philips de oude Mercury-opnamen uit de jaren zestig uit de archieven heeft gehaald en in nauwe samenwerking met Wilma Cozart Fine, de echtgenote van de overleden producer Robert Fine, de heruitgave op cd heeft gestimuleerd. Ik bezit van De wonderbaarlijke mandarijn nog de lp en na rechtstreekse vergelijking met deze cd kan ik slechts vaststellen dat de lp voorgoed in de platenkast kan blijven: het is een van de vele uitingen van de hifi-waanzin die ons vandaag de dag teisteren, dat vrijwel iedere cd koud en kil klinkt en dat de lp dan het non plus ultra is. Een andere fabel is dat de beste opnamen DDD moeten zijn. Het enige dat écht telt is hoe het wordt gedaan.

De pantomime in één akte De wonderbaarlijke mandarijn uit 1918 krijgen we in de complete versie met koor voorgeschoteld en in een uitvoering die er wezen mag, met fel aangezette orkestrale kleuren, ritmische precisie en fascinerende, dynamische nuances. Dissonante parallelakkoorden van het zware koper gaan door merg en been, zware accenten van de trompet, voorbijflitsende houtblazers, schrille strijkers en bijna geweldadige glissandi van de pedaalpauken roepen koortsachtige visioenen op. Het bescheiden kooraandeel staat als een huis. Het Divertimento voor strijkorkest (1939) kent naast een gemakkelijk aansprekende thematiek een grote dosis lyriek. Het percussieve element is geen doel op zich, maar meer ingeweven in een expressieve stijl die ongetwijfeld ook verband houdt met de zich snel ontwikkelende rampspoed over Europa. Ook hier toont Dorati zich als warm pleitbezorger van Bartók op zijn best: de uiterst vitale hoekdelen hebben een enorme veerkracht, met als lavend rustpunt het subliem gefraseerde middendeel (molto adagio). De vele solistische slagwerkpassages in de Sonate (1937) met de talloze kleurrijke effecten worden met grote precisie volgens de uiterst gedetailleerde voorschriften in de partituur uitgevoerd. De opname laat ook duidelijk horen dat de beide vleugels op aanwijzingen van de componist links en rechts van het podium zijn opgesteld, met het slagwerk zowel achter als tussen de beide instrumenten. Frid en Ponse weten zowel de percussieve als de gevoelige snaren letterlijk goed te raken. De onvermijdelijke ruis valt na een paar minuten nauwelijks nog op. Weer een aanwinst in Mercury's Bartók-serie!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links