![]() CD-recensie
© Aart van der Wal, september 2017
|
In het cd-boekje wordt een uitspraak aangehaald van Mishima (uit diens 'De Tempel van het Gouden Paviljoen'): 'Hoewel schoonheid zich aan iedereen mag geven, is het feitelijk niemands eigendom'. Misschien bestaat er daarom juist wel het auteursrecht: opdat de maker zich wel degelijk verzekerd weet van de rechten op zijn eigendom. Of dat intellectuele eigendom (zo heet dat tegenwoordig) nu wel of niet schoonheid uitstraalt is niet relevant. Voor een goed geschreven stuk gelden wat dit betreft dezelfde maatstaven als wat slecht is geschreven. De op zich dode juridische letter maakt dat onderscheid nu eenmaal niet. Vroeger, toen auteursrecht nog niet bestond, maakte niemand zich er echt druk over. Neem de in het allerhoogste aanzien staande Johann Sebastian Bach, die er zijn hand niet voor omdraaide om werk van anderen voor eigen doeleinden te gebruiken (en hij was voorwaar de enige niet). Niks mis mee in die lang vervlogen tijden, de talloze bewerkingen, parafrases (denk alleen maar aan Liszt!), uittreksels, ontledingen en wat al niet meer. Niet zelden ook uit respect, uit eerbetoon. Trouwens, wie zou als componist er toen niet trots op zijn geweest als de grote Thomascantor uit Leipzig een bepaald stuk voor bewerking waardig hebben gekeurd? Maar ook in de achttiende eeuw ging het wel eens goed mis. Zoals de Italiaanse componist en cellist Bononcini moest ervaren. Hij gaf zijn La vita caduta als zijn eigen werk uit, maar het bedrog kwam uit en hij moest er zwaar voor boeten. Op de onderhavige cd regeert de twijfel, of is er sprake van wat wij tegenwoordig plagiaat noemen. Zoals Bachs Suite voor viool en obligaat klavecimbel BWV 1025, die is gestoeld op een luitsuite van Silvius Leopold Weiss. Of neem de Vioolsonate die onder het BWV-nummer 1024 is opgenomen in de Bach-catalogus, maar die oorspronkelijk werd toegeschreven aan Johann Georg Pisendel. Dan is er Goldbergs Sonate voor twee violen en basso continuo die een heus BWV-nummer meekreeg: BWV 1037, maar toch niet van Bach stamt. Maar er moet gelijk bij worden gezegd dat wat we wel en niet (denken) te weten soms op weinig anders neerkomt dan puur giswerk. Zelfs het originele manuscript (mits voorhanden!) biedt geen afdoende zekerheid, want wat is origineel? Wat bijvoorbeeld Bach zelf aan het papier toevertrouwde kan uiteindelijk best van iemand anders afkomstig zijn geweest. Hoewel we ons best met de gedachte mogen troosten dat vrijwel alles wat Bachs naam draagt ook werkelijk van hem is. En dat wat hij bewerkte van het hoogst denkbare niveau is. Geen enkele twijfel daarover. index |
|