CD-recensie
© Aart van der Wal, maart 2019
|
Muzikaal puur goud en niets anders dan dat: het kenmerkt steevast het vioolspel van de Duitse violiste Isabelle Faust. Alles wat ze aanpakt laat geen wens onvervuld. Sterker nog, haar spel opent bijzondere panorama's, de stemvoering is van de hoogste orde en iedere noot, iedere frase, ieder accent valt precies op zijn plek zonder dat de luisteraar ooit maar het gevoel krijgt dat dit spel in al te een strak keurslijf is gegoten. Het is een ander belangrijk kenmerk van haar zeer aanstekelijke spel: de spontaniteit ervan. Wat ook evident is, is dat zij de muziek diep in hart moet voelen en dat ze ons daarin met volle overgave weet mee te slepen (zo vergaat het mij tenminste). Waarbij nog komt dat ze een werkelijk geweldige, warme persoonlijkheid is ("als je in de buurt bent, zal ik voor je koken," zei ze tijdens mijn interview met haar, alweer een aantal jaren geleden in Amsterdam). Er zijn van die musici die al bij voorbaat boven iedere twijfel verheven zijn, muzikaal volkomen naturel, die bijzondere combinatie van grote passie en lyrisch raffinement demonstrerend, maar tegelijkertijd met grote aandacht voor de algehele werkstructuur. Dan maakt het niet uit welke muziek zij onder handen hebben. Faust is er een van. Voor haar zijn Bach, Beethoven, Brahms en Schumann net zo vertrouwd als Berg. Zij staat met dit nieuwe album opnieuw garant voor fonkelend en contrastrijk spel, met veel verve en kleur bijgestaan door het barokensemble dat al jaren terecht furore maakt: de Akademie für Alte Musik Berlin. Bach op zijn best in dit gevarieerde en daarmee inventief samengestelde programma op twee goed gevulde cd's in ideale uitvoeringen, fraai opgenomen: wat willen we nog meer? index |
|