CD-recensie

 

© Aarnout Coster, februari 2009

 

 

Händel: Sonate voor twee violen en basso continuo in Bes, op. 2 nr. 3 - Cantate 'Pensieri notturni di Filli': 'Nel dolce del'oblio' voor sopraan, altblokfluit en basso continuo - Sonate voor twee violen en basso continuo in g,  op. 2 nr. 5 - Cantate 'Agrippina condotta a morire': 'Dunque sarà pur vero' voor sopraan, twee violen en basso continuo - Sonate voor altblokfluit, viool en basso continuo in c.

Johanna Koslowsky (sopraan), Musica Alta Ripa.

MDG 309 0399-2 • 63' •


Hier wordt een afwisselend en smaakvol Händel-programma geboden. Twee Italiaanse cantates uit Händels vroege jaren in Italië (1706-1710) omlijst door een drietal triosonates uit 1718. De twee sonates uit opus 2 worden met bescheiden vibrato in de strijkers uitgevoerd, de langzame delen expressief met kleine sforzati, de snelle delen voortvarend en opgewekt. De triosonate in c voor blokfluit en viool is een meer introvert stuk, uitgevoerd met mooie frasering. De gedragen melodie van het andante wordt door de blokfluit van rijke versiering voorzien.

De cantate Nel dolce del'oblio is een juweeltje en Johanna Koslowsky zingt prachtig met haar heldere, vrijwel vibratoloze stem. De obligate blokfluitpartij, gespeeld met kleine fantasievolle versieringen, sluit daar prima bij aan, hetgeen resulteert in een fraaie samenklank.

In de dramatische Agrippina-cantate beklaagt Agrippina -  in afwachting van haar executie op bevel van haar zoon Nero - haar lot en zij uit haar gevoelens van woede en haat. In de aria Orrida vliegen de bliksenflitsen ons om de oren. Koslowsky brengt de barokke smart en opstandigheid briljant over het voetlicht.

Al met al een mooi programma, met zorg samengesteld en stijlvol en enthousiast uitgevoerd. De opname is voorbeeldig.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links