CD-recensie

 

© Aarnout Coster, juli 2010

 

 

Kreutzer Time

Beethoven: Vioolsonate nr. 9 in A, op. 47 (Kreutzer).

Kreutzer: Vioolsonate in a.

Ries: Vioolsonate in c, op. 71.

Davide Amodio (viool),
Edoardo Torbianelli (piano).

Phaedra 292021 • 74' •

Klik hier voor de website van Phaedra


Jaren geleden bezocht ik in Wenen het appartement aan de Mölkerbastei 8 waar Beethoven enige tijd gewoond heeft. Daar waren diverse parafernalia te zien: zijn vleugel, zijn nachtkastje, zijn gehoorapparaat e.d. Voll stiller Ehrfurcht speelde ik enkele noten op de piano die een zeer specifiek geluid liet horen, een geluid dat ik direct herkende bij het beluisteren van deze cd. Kortom het gaat hier om een recital met authentieke instrumenten. De pianist Edoardo Torbianelli bespeelt een pianoforte van M. Jakesch, Wenen 1823 en Davide Amodio bespeelt een viool van F. Pique, Parijs 1793.

Amodio gaat in het boekje uitgebreid in op de authentieke speelwijze van Beethovens op. 47, aan de hand van documentatie van de eerste uitvoeringen door Beethoven met de violist Bridgetower, en aantekeningen van Mendelssohn over deze sonate. Op grond van deze en andere historische gegevens komt Amodio tot de conclusie dat een meer improviserende stijl van spelen bij Beethovens sonate geoorloofd is. In het begin van het Presto bij voorbeeld heeft de piano na maat 17 een cadens – zo’n cadens zou ook na maat 9 door de viool gespeeld kunnen worden. Hij doet dit dan ook op de cd en in de herhaling een variant daarvan. Verderop in het presto wordt het ‘stormachtige’ karakter van het stuk met crescendo-decrescendo ‘zwellinkjes’ benadrukt. De pianist maakt soms akkoorden tot arpeggio’s en hij past de ‘slepende rechterhand’ toe. Overigens is er slechts hier en daar een kleine toevoeging, wat ook niet anders kan bij deze sonate waar Beethoven al zoveel prachtige noten heeft opgeschreven.

Het mooi klinkend resultaat wijkt af van wat we gewend zijn van uitvoeringen op moderne instrumenten. De viool heeft een wat scherpere klank, dynamische nuancering is beperkter mogelijk op de fortepiano, de expressie moet ook komen van frasering en accentuering. Daar slagen de virtuoze Italianen heel goed in met hun enthousiaste, gedreven spel.

Over de vrijwel onbekende sonates van Beethovens tijdgenoten Kreutzer en Ries zegt het boekje niets. Het is op zich interessant om een stuk te horen van de naamgever van Beethovens sonate. Rodolphe Kreutzer (1766-1831) was een gevierd Frans violist en componist, tegenwoordig voornamelijk bekend bij violisten om zijn 40 etudes. Deze sonate geeft de spelers heel wat te doen: snelle loopjes en zoete melodieën. De grote Ludwig is hierbij Kreutzers voorbeeld geweest. Dat geldt in nog sterkere mate voor de sonate van Ferdinand Ries (1784-1838), een leerling van Beethoven, bij musicologen vooral bekend om zijn ‘Biographische Notizen über Beethoven’. Ries was in zijn tijd een beroemd pianist en componist (o.a. negen pianoconcerten en twintig vioolsonates). Zijn twee eeuwen vergeten werk komt tegenwoordig wat meer in de belangstelling te staan. Zo ook deze sonate, met een begin à la Mozarts KV 304 en vol 'beethovenismen', bepaald geen slecht werk en boeiender dan de sonate van Kreutzer. Beide werken zijn, zonder het nivean en originaliteit van het grote voorbeeld te evenaren, zeer genietbaar, zeker zoals ze hier, in deze goed klinkende opname, met verve worden voorgedragen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links