In memoriam Jan Kool

Technisch toonaangevend

 

© Jan Kool, Luister, januari 1967

 

Ofschoon in de muzikale beoordelingen van nieuwe platen door onze recensenten wel enige aandacht wordt besteed aan de technische mérites van de opnamen, moet dit noodzakelijkerwijs beperkt blijven. Het leek nuttig u ook in deze kolommen eens te attenderen op platen, die opvallen door meer dan gewoon geslaagd werk van de opnametechnici.

Wat dit aspect betreft, zijn het vrijwel altijd de zeer spectaculaire producties die extra aandacht krijgen. Over de Decca Ring des Nibelungen is men nog steeds niet uitgepraat! Maar intussen verschijnt er heel wat meer, dat diezelfde aandacht verdient maar nooit aan de beurt komt. Vaak blijkt ons, dat er een aparte belangstelling bestaat voor technische kwaliteiten van verschillende opnamen en niet alleen van de Hi-Fi enthousiasten, die velen kennen (en soms vrezen!), die meer bezig zijn met het demonstreren van hun installatie dan het luisteren naar muziek. Er is ook de groep met mooie apparatuur, die niet alleen van de muzikale inhoud geniet, maar deze ook graag gepresenteerd heeft op het hoge technische niveau, dat herhaaldelijk blijkt mogelijk te zijn maar lang niet altijd verwezenlijkt wordt. De "demonstrant" zou er trouwens ook goed aan doen nog eens wat verder te kijken. Soms kan men veel sterker overtuigen door het bijna griezelig realisme van een enkele stem of een eenzame cello dan door de daverende beginakkoorden van "Sheherezade" of het kosmisch geweld van Mahler. De platen die in deze rubriek besproken zullen worden zijn niet onze keuze. Wij hebben de importeurs en fabrikanten gevraagd alleen die platen voor technische bespreking te zenden waarvan men zelf vindt dat zij uitzonderlijke technische mérites bezitten. Op deze wijze blijft het aantal beperkt en loopt men niet het gevaar door de schijven de plaat niet te zien. Voorts is het niet de bedoeling alleen opnamen van serieuze muziek in aanmerking te laten komen maar ook zeer goed opgenomen jazz en populaire platen kunnen hier op hun plaats zijn. Nog minder willen wij hier kritiek geven. Het is begonnen om het signaleren van bijzondere kwaliteiten. Het kan dus heel goed zijn dat een plaat er in de muzikale bespreking niet gelukkig afkomt maar in deze rubriek verzeild raakt door zijn stralend geluid. Het afspelen en beluisteren zal alleen gebeuren via apparatuur van de aller hoogste klasse zodat de schakels tussen groef en oor er zo weinig mogelijk aan toevoegen of afdoen. Verschil van opinie zal natuurlijk nooit te vermijden zijn en subjectiviteit zal net als bij het beoordelen van luidsprekers een rol blijven spelen maar zonder deze ingrediënten zouden onze technische pagina's een kil en steriel deel van Luister gaan vormen. Veel van het technische werk moet klinisch en onaanvechtbaar zijn, maar gelukkig zijn er gebieden waar een persoonlijk geluid mogelijk en nuttig is.

Als eersten hebben op ons verzoek Artone/CBS en de N.V. Basart gereageerd terwijl Iramac al heeft laten weten dat wij van hen in de toekomst ook een en ander kunnen verwachten. Wij kunnen deze rubriek daarom starten met vier opnamen, die inderdaad verdienen eens extra vermeld te worden. Meer dan vier per maand willen wij liever niet opnemen, zelfs zouden wij helt willen beperken tot één of twee om de "uitschieters" werkelijk aandacht te kunnen geven.

Festival de Musique Française d'Orgue: Orgelmuziek van Widor, Saint-Saëns, Gigout, Franck, Vierne, Alain en Dupre. E. Power Biggs aan het orgel van Saint Georges Church te New York. CBS S 72347 (30 cm) - f 22,50.

De meeste orgelmuziekliefhebbers zijn zeer kritische en zelfs fanatieke lieden. Ik heb er zelden een gehoord die niet aanmerkingen had op de solist of het instrument of het registreren of de wijze van opnemen en we zijn met de eerste plaat dus al meteen op bijzonder glad vinyl. Ik heb er dus maar meteen een kenner bij gehaald om mee te luisteren en zijn commentaar te laten geven. Zelf behoor ik niet tot deze broederschap en kon dus een puur technisch oor bijdragen. De muzikale waardering van mijn assistent vermeld ik niet, die laten wij aan andere kolommen over. Wel wil ik u niet onthouden, dat hij onmiddellijk het land van origine van het orgel wist te plaatsen zonder de plaat of hoes te hebben gezien! Een groot compliment voor de opnametechnicus en een bevestiging van mijn eigen indruk, dat deze opname excelleert door een zeer duidelijke articulatie. Merkwaardig genoeg zonder de droogheid die daar anders vaak mee gepaard gaat. De grote ruimte blijft voortdurend aanwezig en men kijkt tussen de luidsprekers steeds in de kerk. Geen spoor van vertroebeling die bij de combinatie van aangehouden pedaalnoten plus de galm van de ruimte zo gemakkelijk ontstaat. Stereo kan hierbij natuurlijk veel helpen en doet dat in deze opname dan ook voortreffelijk. De aard van de muziek geeft aanleiding tot grote contrasten en men krijgt de indruk dat deze ook ten volle zijn uitgebuit. Alle mogelijkheden van dit orgel worden er in gedemonstreerd en de luidsprekers moeten van goeden huize zijn om het extreme laag en het vaak zeer complexe beeld niet aan te tasten. Een voortreffelijke opname, die ook bij de binnenste groeven zijn kwaliteit handhaaft. De (Franse) persing was bovendien buitengewoon stil en vrij van rumble of spetters.

Berühmte Meister, berühmte Bläser: Vijf concerten voor blaasinstrumenten van: Vivaldi (fluit, in as), J. F. Fasch (Trompet in D), Albinoni (hobo, in C), Telemann (hoorn, in D) en Stamitz (klarinet, in B). Deutsche Bachsolisten o.l.v. Helmut Winschermann en voor Stamitz: Orchester der Bruhler Schloszkonzerte o.l.v. Helmut Müller-Brühl. Pelca 40003 (30 cm) f 21,--.

Een verzamelplaat met verscheidene barokconcerten voor blaasinstrumenten waarbij namen als Aurele Nicolet, Winschermann en Picht-Axenfeld in ieder geval muzikaal al verwachtingen kunnen oproepen. Nu zitten we in deze tijd niet bepaald krap in goede opnamen van barokmuziek Welke liefhebber van dat tijdperk bezit al niet enkele van de sublieme I Musici opnamen op Philips of een kristalheldere Erato? Ik had dan ook niet het gevoel hier nog iets bijzonders te kunnen ontdekken. Nog helderder, nog transparanter? Wonderlijk genoeg was het nu juist niet deze kwaliteit, die voor mij de plaat~ bijzonder maakte. Zelfs bleef na het horen de vraag over of al dat glasheldere eigenlijk wel altijd zo gewenst is. Is het niet, zo nu en dan, eens wat vervelend klinisch en verchroomd ? Deze Pelca-opname heeft zeker geen gebrek aan definitie of scherpe tekening. Waar nodig en aanwezig, is er meer dan voldoende attaque maar men heeft het gevoel dat hier de dirigent ons dat meer laat horen dan de technicus. Met andere woorden: de opname blinkt vooral uit door natuurlijkheid! Het geheel is meer geïntegreerd en het orkest produceert een orkestgeluid, waarbij het geheel werkelijk meer is dan de som van de samenstellende delen. Toch belet het ons nooit om details te beluisteren als we dat willen. Een opname als deze laat betwijfelen of het scherp analyseren, wat we vaak bewonderen, al niet vaak geleid heeft tot een anatomische ontleding. De ruimtewerking in stereo is ook zeer suggestief en de deuren naar de zaal staan wijd open. Opmerkelijk vooral vond ik de klarinettoon in het concert van Stamitz. We zijn dikwijls verwend door opnamen met een prachtige fluwelen toon (De Peyer!). Hier roept het instrument (de solist) herinneringen op aan de "houten" toon, die men soms Iran horen in Griekse of Joegoslavische volksmuziek. Het lijkt een aardser instrument waarbij men zich weer realiseert, dat het riet ook een belangrijke rol speelt. Persoonlijk vond ik dit extra aantrekkelijk en zeer levend. Een niet in de eerste plaats spectaculaire plaat dus, maar veeleer een die door natuurlijkheid uitblinkt en waar de opnametechnicus zich "onderscheiden" heeft omdat hij niet meer te onderscheiden is!

Recital für Fagott: Werken van Fasch, Göpfert, Devienne, Oubradous, Ibert en Miroshnikov. Solist: Gerhard Haase. Christophorus SCGLP 75896 (30 cm) f 24,--

Als ergens het tevoren betwijfelde voordeel van de te scherpe analyse wel zin heeft dan is het op deze geestige plaat. Niet muziek, waar de fagot het leeuwendeel in krijgt worden we niet bepaald overstelpt en als er dan een opname verschijnt met dit stiefkind in de hoofdrol, is het natuurlijk bij zonder prettig om het dan ook scherp gedefinieerd te kunnen beluisteren. U hoort het hier met begeleiding van piano (Oubradous, Ibert en Miroshnikov), gitaar (Göpfert) of in een kwartet (Devienne) en in een concertje met 2 violen, altviool, cello en klavecimbel (Fasch). Veel commentaar is overbodig. Een sublieme opname, die niets "verborgen laat" en de instrumenten in de kamer brengt. Al mag ik mij daar eigenlijk niet over uitlaten (misschien leest onze platenredacteur dit niet!) ik kan niet nalaten om ook de muziek zelf sterk aan te bevelen. U zult weinig kans maken dit anders te horen en het is verrukkelijk!

Exotica 1910: The Kokee Band "Solid State" SS 18004 (30 cm) - f 18,90.

Het "klapstuk" in de meest letterlijke zin des woords, van deze vier platen vormt ongetwijfeld deze opname op een nieuw label van Artone.

Het "solid state" slaat op het feit dat alle elektronica, die bij de opname noodzakelijk is, getransistoriseerd is. Daar wordt dan de extra kwaliteit aan toegeschreven die deze schijf moet bezitten: Of dit werkelijk zo is lijkt mij op zijn minst genomen dubieus. Niet dubieus echter is de geluidskwaliteit en of dat nu via transistors of buizen bereikt wordt is nauwelijks interessant. Het zou ons niet verbazen als we binnenkort deze plaat overal horen waar apparatuur gedemonstreerd wordt. De Kokee Band is een gezelschap heren dat alle denkbare percussie-instrumenten met veel verve te lijf gaat, in een programma, dat inderdaad exotisch genoemd kan worden. Bij deze percussiegroepen horen ook een paar piano's en het geheel wordt bijgemengd met hoorns, trombones en een enkele altsaxofoons. Het resultaat is een soort muziek met herinneringen en associaties aan Zuid-Amerikaanse Polynesische en Noord-Amerikaanse ritmen, Dit wonderlijk maar toch wel interessante mengsel is tenslotte fabuleus geregistreerd. De "transiënts" vergen het uiterste van de installatie. Vooral de pickup en de speakers moeten van zeer goede komaf zijn om deze scherpe impulsen zonder moeilijkheden te reproduceren. Nog nooit heb ik zo'n fel getekende opname gehoord en men kan alleen maar verbijsterd zijn dat een dergelijke registratie mogelijk is en misschien nog meer dat deze ook nog feilloos weergegeven kan worden. De veel gebruikte (en misbruikte) Mercury-opname "Percussion in Hi-Fi", die lang een geliefd stuk demonstratiemateriaal was, klinkt hiernaast als een languissante radio-uitzending achter een dik wollen gordijn. Kortom, een miraculeuze opname vooral ten behoeve van bezitters van de Shure V-15, de ADC-10, de Ortofon en verwante apparaten, die eens flink willen épateren.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links