In memoriam Jan Kool 

Wat koop ik ervoor ?

Drie luidsprekers van Wharfedale onder de loep

 

© Jan Kool, Luister, juni 1966

 

Subjectiviteit in de beoordeling is wel het moeilijkst te vermijden in een luidsprekertest. Kan men bij versterkers al een flink houvast hebben aan absolute cijfers, bij pickups aan karakteristieken en het gedrag op testplaten, bij luidsprekers is het oor vrijwel de enige rechter. Natuurlijk zijn er wel enkele factoren, waarbij een meting enige zin heeft maar meestal kunnen deze alleen aanleiding geven tot enkele negatieve opmerkingen.

Zo kan een gemeten systeemresonantie vertellen, dat een luidspreker slecht bas kan weergeven als deze resonantie te hoog ligt. Maar als de gemeten resonantie bij een redelijke lage frequentie ligt, wil dat beslist niet zeggen dat we nu een speaker hebben, die dientengevolge een prachtig sonore laagweergave kan bieden. Het is hooguit een middel om een gebrek te verklaren. Bij ontwikkeling en ontwerpen van nieuwe typen is zo'n meting natuurlijk wel van betekenis. Frequentiemetingen in anechoïsche kamers of in het vrije veld hebben ook geen enkele waarde voor een beoordeling. Achter de fraaiste karakteristiek kan een erbarmelijke luidspreker schuil gaan, die impulsgeluiden vertroebelt, alle frequenties beneden haar systeemresonantie vervormt en al het hoog in een nauwe bundel recht vooruitspuit! De karakteristieken van de drie luidsprekers, die hier besproken worden, zoals die door de fabriek gegeven worden, publiceer ik hierbij, Uit deze griezelige kronkels valt toch wel moeilijk af te leiden, dat het hier gaat om drie uitstekende representanten van hun respectievelijke prijsklassen! Wel is het duidelijk dat het een eerlijker fabriek is dan vele andere.

Ofschoon het oordeel dus onvermijdelijk subjectief is, zal ik toch trachten u een indruk te geven van wat u van ieder kunt verwachten. De Wharfedale "Linton", "Daleman" en "Dovedale" werden getest met een uitgebreid en sterk gevarieerd programmamateriaal. Bovendien werd er een aantal geroutineerde luisteraars gemobiliseerd om commentaar te geven. De terminologie van deze commentaren is soms zeer verrassend maar niet altijd publiceerbaar! De gebruikte apparatuur bestond uit een Thorens TD 150 draaitafel, ADC-arm met ADC-10E element en Quad versterkers. Directe vergelijkingen waren mogelijk door een schakelpaneel zodat er geen hinderlijk tijdsverloop ontstond door moeizaam "ompluggen".

De Linton (f 238.-)

De kleinste uit het gezelschap (25 x 25 x 48 cm) en ook de goedkoopste. Onmiddellijk dringt zich de vergelijking op met de andere kleintjes, zoals de Celestion "Ditton", de Goodmans "Maxim" en bijvoorbeeld de Rogers "Wafer". Geheel juist is een dergelijke vergelijking niet, behalve wat de prijs betreft. De "Linton" is flink wat groter maar hoort toch nog wel tot de categorie van de "boekenplank"-speakers. Dit grotere uit zich direct door de wat royalere basweergave, die wordt bereikt door een grotere (8 inch, 12000 Gauss) basluidspreker en een zeer geraffineerd gebruik maken van de goed gedempte systeemresonantie van omstreeks 80 Hz. Dit is altijd wel een kenmerk geweest van Wharfedale combinaties samen met het toepassen van vrij zware magneten. Beneden 80 Hz begint de laagweergave snel af te vallen maar niet te vervormen. Opvallend is dat piano goed wordt weergegeven, meestal een zwak punt van de "kleintjes". Er blijft altijd een zekere warmte behouden in de reproductie, wat we meestal juist met grotere combinaties associëren Een concertvleugel wordt wel een maatje kleiner maar blijft een vleugel. Midden en hoog hebben een open en helder karakter en een goede spreiding. Er is opvallend weinig scherpe bundeling van het hoog boven 3000 Hz dat door de 3 inch, 12000 Gauss tweeter verzorgd wordt. Enige kleuring valt van alle kleine kastjes te verwachten en is hier ook aanwezig maar van onschuldige aard. Bij gesproken woord valt dit het meeste op, maar bij vocale muziek is men het na een minuut luisteren vergeten. Voor stereo in een kleine kamer (waar dit type ook in hoofdzaak voor bedoeld is) en een bescheiden budget is de "Linton" een luidspreker, die beslist eens beluisterd moet worden voor er een keuze wordt gemaakt. De efficiency is voor dit type vrij groot zodat hij ook voor minder zware versterkers goed bruikbaar is. De beperkingen van deze dreumes liggen vooral in de weergave van de laagste bassen en bij eventueel mono-gebruik in die van "grote" symfonische muziek waar het, wat ik het opdossend vermogen zou willen noemen, beperkt is vergeleken met grotere broeders. Bij stereo is dit meteen minder opvallend. Wij kunnen de "Linton" in zijn klasse beslist een zeer goede vertegenwoordiger noemen met voor mij persoonlijk een aparte plus voor de warmte in de weergave.

De Dalesman (f 398.-)

Wat is nu de winst voor f 160.- meer? Wel in ieder geval hebt u een heleboel meer kast! (63 x 50 x 16,5 cm). Dit betekent overigens ook direct een mogelijkheid voor het gebruik van een grotere basluidspreker, in dit geval een 12 inch exemplaar (magneet 11000 Gauss). De grotere kast en de grotere speaker laten er algauw geen twijfel over bestaan, dat er een royalere basweergave mogelijk geworden is. De systeemresonantie kan nu lager gelegd worden, in dit geval ca. 60 Hz en ook daar beneden, al valt het laag dan weer snel af, gaat alles wat gemakkelijker. Hier evenmin vervorming. De forsere combinatie verwerkt natuurlijk ook de gecompliceerder signalen met meer gemak. Het totale karakter van de weergave blijft overigens opvallend van dezelfde aard. Dezelfde warmte, een open, helder middengebied en een mooi ver doorlopend hoog (5 inch tweeter, 12000 Gauss magneet). Ook hier is een zekere kleuring te constateren, die wel samen zal hangen met de zeer kleine diepte van de kast. Ofschoon de resonantie die met deze afmeting samen moet hangen voortreffelijk is gedempt, blijven er toch altijd resten van merkbaar. Spraakweergave is daar weer het gevoeligst voor. Voor wie een zeer ondiepe, platte kast een prettige oplossing zou zijn, is de "Dalesman" zeker het overwegen waard. Deze speaker en de "Linton" zijn natuurlijk enigszins een compromis. De een door het kleine en de andere door het platte formaat. Ook door hun prijs, die het gebruik van luidsprekers met niet de allerduurste magneten voorschrijft. Ondanks deze factoren is men er duidelijk in geslaagd hiermee twee typisch muzikale combinaties te scheppen, die door alle proefpersonen als zeer goed in hun klasse werden gewaardeerd.

De "Dovedale" (f 498.-)

De laatste 100 gulden extra! Dit bedrag gaat praktisch geheel op aan grotere magneten. Ook heeft nu de kast een vorm, die voor de inhoud de beste kans op succes geeft. (60 x 35 x 30 cm). Bovendien nu niet een geheel gesloten kast maar een afgestemde basreflex. De afstemming geschiedt door een pijp, bij ca. 45 Hz. De winst in de weergave ligt hier vooral bij de scherpere definitie. Er is ook nog iets meer bas maar het meest opvallend is toch het duidelijker analyseren. Het is evident dat de sterkere magneten (resp. 12500 en 14500 voor 12" bas en 5" hoge tonen eenheid) de conusbewegingen vaster onder controle houden. Een zeer duidelijk effect hiervan is, dat bij overschakelen van de ene op de andere speaker, de "Dovedale" plotseling veel meer de akoestiek van de opnameruimte laat horen. Dit wijst op minder resonanties in de kast en veel kleinere uitslingeringsverschijnselen van de duurdere speakereenheden. Ook geeft deze combinatie bij alle soorten muziek een indruk van een nog wat gladder en gaver verlopende frequentiekarakteristiek. Kortom een zeer mooie, scherp tekenende luidspreker met natuurlijk ook door het nog vrij beperkte volume van omstreeks 55 liter niet tot de allerlaagste frequenties doorlopende bas maar een, die zich met succes zal kunnen handhaven naast zijn soortgenoten van ongeveer gelijke prijs. Die keuze tussen deze en die van andere merken kan er hoogstens een worden door persoonlijke smaak bepaald. Beslist niet door gebreken! Wie beslist ook nog het laatste en laagste octaaf niet missen kan in de weergave, zal zeker nog een paar honderd gulden meer moeten reserveren, vooral als deze lage tonen met dezelfde strakke kwaliteit gereproduceerd moeten worden. Ook een driewegsysteem zal het vanzelfsprekend allemaal nog wat gemakkelijker en verfijnder kunnen weergeven, maar dan kan het niet meer onder de f 500.-, of in dit vrij kleine formaat. Ik heb weleens lagere tonen uit even kleine kasten horen komen, ook nog wel mooier en gladder hoog gehoord maar of het totale beeld van de weergave u meer of minder zal bevallen, vergeleken bij andere speakers, kunnen wij niet voor u beslissen. Een persoonlijke vergelijking zal dan de doorslag moeten geven.

Importeur: Amroh, Muiden.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links