Actueel De 25ste Telemann Festtage in Magdeburg
© Gerard van der Leeuw, mei 2022
|
||
Van 18 t/m 27 maart jl. vonden onder de titel Klangfarben in Magdeburg weer de tweejaarlijkse Telemann Festtage plaats, waarbij bedacht moet worden dat de vorige editie door de corona-ellende twee dagen voor het begin ervan afgelast werd. Ik spoorde naar Maagdenburg vooral voor het tweedaags congres, dat dit jaar geheel gewijd was aan de vele Passionen en aan het lijden en sterven van Jezus Christus gerelateerde werken die Telemann in zijn lange leven heeft geschreven. Ik kwam aan op zondag 20 maart, ruim op tijd om ’s middags in de Pauluskirche een uitvoering bij te wonen van Telemanns Markus-Passion van 1759. ’s Avonds beluisterde ik in de Remter van de Dom dan nog naar een concert met geestelijke cantates van Telemann, waaronder de zogenaamde Donner-Ode uit 1756, Telemanns diepgelovige antwoord op de aardbeving op 1 november (Allerheiligen) 1755 in Lissabon, die heel Europa schokte en tot op de dag van vandaag, van Goethe, Burke, John Bevis, Voltaire en Kant tot Adorno en Sloterdijk nog sporen nalaat in literair, seismologisch en filosofisch Europa. In Hamburg, waar Telemann sinds 1721 werkzaam was, diende hij jaarlijks een nieuwe passie te componeren en wel in Bijbelse volgorde ieder jaar naar een andere evangelist, dus Matthäus, Markus, Lukas, Johannes. Bewaard bleven de volgende passionen: de Matthäus-Passion 1730, 1746, 1750, 1758, 1762, 1766, de Markus-Passion (1755, 1759, 1767), de Lukas-Passion (1728, 1744, 1748, 1760, 1764) en de Johannes-Passion (1733, 1737, 1741, 1745, 1749, 1757, 1761, 1765). Daarnaast is er nog een in opdracht van de stad Danzig geschreven Matthäus-Passion (1754). Ralph-Jürgen Reipsch hierover in het uitvoerige programmaboek:
Na twee volle dagen en 14 referaten weet ik er heel wat meer van... Naast deze liturgische evangeliepassionen, die moesten passen binnen een gewone zondagse kerkdienst, schreef Telemann ook een aantal voor de concertzaal bedoelde Passionsoratoria, minder liturgisch gebonden, vaak rijker georkestreerd en met vrij gedichte teksten: de Brockes-Passion (1716) op een tekst van Barthold Hinrich Brockes (1680 - 1747); Die gekreuzigte Liebe (1731) op een tekst van Johann Ulrich von König (1688 - 1744); Der Tod Jesu (1755) op een tekst van Karl Wilhelm Ramler (1725 - 1798); Betrachtung der neunten Stunde (1755) op een tekst van Joachim Zimmermann; en, het meest succesvol van al, Seliges Erwägen (1722) op een eigen tekst.* Dat er op dit gebied nog erg veel werk verzet moet worden mag blijken uit het feit dat slechts twee liturgische passies volgens de huidige wetenschappelijke normen uitgegeven zijn: de Lukas-Passion van 1728 en de Johannes-Passion van 1745. Aan de uitgave van twee andere passies wordt gewerkt. Een complicerende factor daarbij is het feit dat Telemanns kleinzoon Georg Michael, cantor in Riga, een aantal late passies van zijn grootvader bewerkt heeft. Na een inleiding: Telemanns Evangelien-Passionen - literatur- und musikwissenschaftliche Forschungsperspective (Wolfgang Hirschmann uit Halle en Bernhard Jahn uit Hamburg) werd op het congres aan tal van aspecten van deze werken aandacht besteed. En wel zowel aan de teksten, de theologische implicaties (Johann Anselm Steiger uit Hamburg en Martin Meiser uit Saarbrücken), als aan de muziek. Speciale aandacht kregen de verschillende cadensvormen in de recitatieven (Koto Sato uit Yokohama), de turba-koren (Franziska Seils uit Halle) en de diverse allegorische figuren (Irmgard Scheitler uit Würzburg).
Tijdgenoten als Christoph Graupner en Gottfried Heinrich Stölzel kregen aandacht in een voordracht van Beate Sorg uit Darmstadt. Overigens kan men het hele congres op Youtube meemaken: zoek op Youtube naar de Internationale Wissenschaftliche Konferenz anlässlich der 25. Magdeburger Telemann-Festtage. Helaas had ik geen tijd te wachten op het ‘Nederlandse’ concert op 27 maart met o.a. Peter Kooij en Leo van Doeselaar. In plaats daarvan maakte ik nog een korte ‘Abstecher’ naar Torgau, de stad aan de Elbe waar Luther de eerste Lutherse kerk inwijdde en waar zijn vrouw Katharina begraven ligt. Hier was Johann Walter cantor. Daarover binnenkort meer. _______________ index |
||