G
Actueel Lahav Shani en het RPhO in Arnhem: Schubert, Bach en Berg © Maarten Brandt, februari 2019
|
Schubert: Symfonie nr. 8 in b, D 759 (Unvollendete) In Nederland maken we het anno tegenwoordig zelden, behalve bij de NTR ZaterdagMatinee, meer mee: een programma dat, alleen al wanneer je het leest, je gehele verbeeldingskracht in werking zet en dat als zodanig bijna het niveau van literatuur heeft. Dat is wel even wat anders dan een avond waarop een willekeurig rijtje stukken de revue passeert. Dit in combinaties die veelal kant noch wal raken. Het Rotterdams Philharmonisch orkest was in dat laatste kampioen en ik heb daarover dan ook meer dan eens mijn afkeuring allerminst onder stoelen of banken gestoken. Wat heet! En dit laatste ook op deze site. Maar eerlijk is eerlijk, bovenstaande productie is werkelijk voorbeeldig samengesteld en kan met recht als een model worden gebruikt voor zoals het ook zou kunnen en bij voorkeur zou moeten: ere wie ere toekomt! Jammer genoeg is mijn boek 'Klinkende alchemie' (Uitgeverij Nieuwe Druk te Arnhem) - waarin het onderwerp programmeren de belangrijkste rode draad is - alweer de nodige tijd geleden verschenen, want anders had ik daarin voor dit fenomenale evenement wat graag plaats ingeruimd. "Blessing in disguise" Schubert en Berg vormden nu de hoekpijlers. Twee werken die bol staan van de expressiviteit, maar die ook worden geschraagd door een bij uitstek duister karakter. En waarbij niet zelden in gevoelsmatig opzicht vervaarlijk wordt gebalanceerd langs de afgrond, dit alles is belichaamd in een uiterst subjectieve toonkunst van een tijdloze moderniteit. Trouwens over emotioneel klimaat gesproken, de werken van Bach vormen daarmee een optimaal contrast en werkten daarom binnen de algehele context als een weldadige catharsis. Een andere link tussen met name Bach en Berg is het fenomeen polyfonie. Neem de Toccata, waarin het klankbeeld gaande het verloop steeds dichter wordt, totdat vlak voor de afsluiting cesuren optreden en het totaal min of meer wordt gedeconstrueerd. Los van stijl en vocabulaire is hetzelfde fenomeen aanwijsbaar in het verpletterende slotdeel van Bergs infernale orkestrale drieluik. Waarbij bovendien valt te bedenken dat de oervader van de Tweede Weense School Arnold Schönberg zijn discipelen Bach altijd tijdens zijn lessen als hét voorbeeld bij uitstek voor ogen hield. Toekomstgericht karakter Zoveel werd hierdoor duidelijk, een 'Unvollendete' zo intens gespeeld en aldus geprogrammeerd is 'af', daar past emotioneel gesproken niets na in de geest van een reconstructie van het scherzo. Om het even hoeveel er musicologisch geredeneerd ook voor valt te zeggen dat wel te doen, in welk verband ik opnieuw verwijs naar het concertverslag van 1 februari, waarin Aart van der Wal nader op deze materie ingaat. Maar het besluit de pauze nu maandag na Schubert in te lassen werkte uitstekend. Tijdens het begin van het tweede gedeelte van het concert stonden de schijnwerpers alleen op de piano gericht, terwijl de rest van de zaal was verduisterd, zodat alle aandacht op Shani's pianistiek kon worden gericht. Oude muziek-fanaten door dik en dun zullen wel even moeten hebben slikken bij deze ouderwetse Bach op het klavier. Maar het klonk als en klok, die toccata. Immers, ook tijdens de meest complexe passages bleef de structuur volkomen doorzichtig en ondanks het feit dat Shani soms fors uitpakte boette de klank geen moment aan veerkracht en souplesse in. Vervolgens voegden de strijkers van het RPhO zich bij de pianist en kwam een vertolking tot stand die deed denken aan I Musici op hun beste avonden. Een verhaal apart is natuurlijk het middendeel van BWV 1052 waarin een glansrijke eenstemmingheid domineert, wat zowel een prachtige tegenstelling opleverde met de Toccata en met wat er nog zou komen. Traditie De ovatie van het publiek - een kleine 400 mensen waren komen opdagen, wat bar weinig was gezien wat er aan kwaliteit werd geboden; de zaal bood wat dat betreft een troosteloze aanblik - was enorm. Dat Berg een kolossale impact op de aanwezigen had, was duidelijk, Shani moest meerdere malen op het podium terugkomen. Helaas laat de plaatselijke pers het al sedert jaar en dag in alle toonsoorten afweten, want het dagblad 'De Gelderlander' - een van de slechtste kranten van Nederland en eigenlijk alleen goed voor de kattenbak - schrijft alleen over sport, politiek en sensatie en daar vallen kunst en cultuur nu eenmaal niet onder. index |