Actueel

Daria van den Bercken aan Mark Rutte

 

© Daria van den Bercken, 21 maart 2021

 

Geachte demissionair premier Rutte, Beste Mark,

In de hoedanigheid van ZZP'er werkzaam in de podiumkunsten schrijf ik je deze brief. Dit is mijn eerste brief ooit over de situatie van de cultuursector met als toppunt Coronatijd.
Eerst ter introductie: Wij hebben elkaar ontmoet toen ik speciaal voor jou bij het TV-programma Podium Witteman een sonate van Scarlatti speelde, en ook heb ik Händel en Debussy voor jou en Angela Merkel gespeeld op de uitreiking van haar eredoctoraat door de Radboud Universiteit. Ik zie ook steevast mijn Mozart-CD in beeld tijdens de persconferenties vanuit het Torentje op de plank achter je bureau, dus misschien luister je dat soms.

Net als bij iedereen in de wereld werkt dit jaar tot diep in mijn eigen leven door. Het beknotte dagelijks leven en het verliezen van alle werk dat wij gewoon waren te doen begint te wegen voor mij en mijn gezin. Nou zijn wij verder opgeruimd van aard, dus door de onmiddellijke problemen komen we wel heen.

Maar veel onrustiger ben ik door de onduidelijkheid over onze werktoekomst in de muziek. De culturele staat van Nederland stemt mij heel somber.
Al jaren blijf ik pianospelen, ondanks de al tien jaar durende neerwaartse spiraal voor de cultuursector in Nederland. Den Haag geeft mij het gevoel er als musicus niet toe te doen. Ik negeer al jaren dat omineuze gevoel dat de kunsten en cultuur er in Nederland in het algemeen niet meer zoveel toe doen.
Ik koos net als anderen het muziekvak vanwege mijn eigen liefde voor muziek, en de intense behoefte die muziek te communiceren. Want muziek is het meest mooie en meest intelligente wezen dat ik ken. Met die keuze hebben landelijke trends en op-of-neergaande spiralen niets te maken.
Maar het gevoel er toe te dóen is essentieel. Dat is de drijfveer om je te blijven doorontwikkelen. Om mij heen zag ik de afgelopen jaren zoveel mensen in de cultuursector -zowel aan de uitvoerende als organisatorische kant- bij de eerste bezuinigingen eerst vol goede moed een extra stap zetten om uiteindelijk toch te moeten stoppen. Financiële steun ontbrak.
Er is bijna geen mogelijkheid meer om structureel echt vrij kunstenaarsschap uit te oefenen: Zalen en kunstopleidingsinstituten moeten een veel strenger business model of verkort curriculum hebben en dat gaat ten koste van gekke of originele ideeën, van verdieping in de studie. Grotere commerciële instituten als labels en streamingdiensten bepalen de norm.
Doordat al decennia op basisscholen structureel goed kunstonderwijs ontbreekt (en over goed onderwijs kan ik een aparte brief schrijven, maar dat het leren kennen van grensverleggende kunst goed is voor de ontwikkeling van een kind hoef ik hopelijk niet uit te leggen), komen er al jarenlang steeds meer zakelijke mensen op organisatieposten in de cultuur waar juist cultureel visionaire en onderlegde mensen moeten komen.
Menig cultureel instituut heeft op basis van verdienmodellen en USP's moeten schaven. Ook andere bedrijven sponsoren culturele initiatieven om die reden niet snel: cultuur zegt veel CEO's niet veel meer, merk ik om mij heen. Die paar die dat wel doen, zijn zeldzaam en om te koesteren.

Er is een blinde vlek ontstaan bij het toepassen van het bedrijfsmodel-principe op de kunsten: zo'n model laat je niet los op de makers en uitvoerders van cultuur maar op de ontvangers ervan, de gemeenschap. Doel moet zijn een infrastructuur te creëren die het publiek zó doet houden van de kunst dat het alles wil horen, alles wil leren, altijd verrast wil worden en het ook door wil geven aan de volgende generatie.
Het feitelijke businessmodel is dat kunst zoveel bijkomende economische activiteit genereert: van toerisme tot horeca, van advertenties tot eerste bijbaantjes als portier. Maar de basis en het succes van de cultuursector ligt bij de liefde voor kunst, de bereidheid het te laten ontstaan en iets ongeziens en ongehoords te kunnen ontdekken; dat is per definitie niet in een model te vangen.

Een structurele blijk van liefde voor de kunst en cultuur vanuit Den Haag is in Nederland nodig. Implementeer die basis in het onderwijs, verwoordt de kracht van kunst en cultuur sterker in het beleid voor de komende jaren. En voer dat uit. En dat voor de lange termijn, zodat onze kinderen er ook van kunnen profiteren en zich er mee kunnen ontwikkelen op hun levenspad.
Alleen dan kunnen wij als kunstenaars ook artistiek precies dat doen waarvoor we zijn opgeleid en waar we tot diep in onze vezels behoefte aan hebben: voor publiek muziek, dans en theater maken en uitvoeren. Het publiek kan daaruit inspiratie putten voor zijn eigen specialisatie of vakgebied. Het publiek kan dan genieten van de stad waar het in woont, een stad die leeft en bloeit. En dan hoeft niemand het meer over het nut van cultuur te hebben: het is net zo vanzelfsprekend als natuur.

Hartelijke groet
Daria van den Bercken


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links